Voor het ontwerp ben ik uitgegaan van een combinatie van dingen die mij in andere boten aanstaan. Zo is bijv. de kuiprand nagemaakt van mijn vorige boot. Het moest een S-spant langkieler worden met relatief veel waterverplaatsing. Ik ben begonnen met het opzetten van een lijnenplan. Hier heb ik een schaalmodel van gemaakt. Dit beviel me niet maar ik kon er niet de vinger opleggen wat er nu precies niet goed was. Ik heb de hulp ingeroepen van Christiaan Schuiling, toen 3e jaars student scheepsbouw in Delft. Hij heeft voor mij het lijnenplan opnieuw getekend. Op basis hiervan heb ik weer een schaalmodel gemaakt. Nu kon ik gelukkig weer verder met tekenen. Ik heb een constructietekening gemaakt en ben verder gaan nadenken over tuigage, mast, giek, kajuit, rvs-beslag enz enz. Doordat ik alles zelf in de hand heb kan ik soms flexibel met het ontwerp omgaan. Ik heb bijvoorbeeld wel eens een maat iets moeten aanpassen omdat het mahonie-hout niet in die maat te krijgen was. Ook is tijdens het ontwerpen van het rvs-beslag gebleken dat ik sommige dingen kan laten snijden uit rvs-plaat. Ik heb toen alle reeds ontworpen onderdelen weer opnieuw getekend. Nu met meer gebogen lijnen en vormen. Doordat ik alles zelf ontwerp kan ik rekening houden met bouwmethodes die mij goed liggen of waarvoor ik het gereedschap al bezit of zelf kan maken. Een goed voorbeeld hiervan is het interieur. Ik heb een apparaat gebouwd om makkelijk houtverbindingen te kunnen maken met behulp van de bovenfrees. Alle interieurdelen die in het zicht komen zijn opgebouwd uit 40 x 23 mm mahonie latten gecombineerd met ronde hoeken.

Het eerste idee was om uit te gaan van een zeer precies ontwerp en alle kleine onderdelen vooruit te maken. Omdat ik toen geen bouwplaats had voor mijn plan kon ik wel vast van alles maken. Zo had ik de spiegel, het roer met roerkoning, de zijkanten en de achterkant van de kajuit al in een vroeg stadium klaar staan. Daarna, was het idee, ergens een ruimte huren en in een paar maanden de boot verder afbouwen.Toen kwam mijn broer met het aanbod om de boot in zijn boerderij in Groningen te bouwen. Vanaf dat moment was het hek van de dam en is alles veranderd.

Bij het oorspronkelijke plan had ik bedacht om de romp na de lattenbouw op te stellen in twee grote ringen zodat de romp iedere keer als dat nodig was kon worden gedraaid. Dan kan je altijd onderhands werken en dus gebruik maken van de zwaartekracht bij het bekleden van de romp met epoxy. De bedoeling was zelfs om de glasvezel naadloos te laten overlopen van romp naar dek, voor optimale sterkte. Maar de bouwruimte die ik nu gebruik is niet hoger dan 2.80 m en de boot is 3.10 m breed.